Orgels / Haarlem / Bakenesserkerk (voormalig)
Vrouwestraat 12, Haarlem

Kerk


Waarschijnlijk is de Bakenesserkerk in de 15e eeuw gebouwd als Onze Lieve Vrouwekapel op Bakenesse. De toren dateert uit 1530.
In 1577 ging de kerk over in handen van de Hervormden.
In 1639 werd aan de noordkant van de kerk een tweede beuk bijgebouwd en gelijktijdig werd de hoofdingang aan de Vrouwesteeg gesitueerd.
Sinds 1996 is de kerk gesloten en uiteindelijk verkocht aan particulieren. De toren is in handen van de Gemeente Haarlem.

Eerste orgel

© Het Strobel-orgel in de Lutherse Kerk in Haarlem. Situatie tussen 1915 en 1970.

Door toedoen van Willem H.C. Schmölling (1824-1908) die sinds 1866 organist van de Bakenesserkerk was, werd in 1867 een orgel aan de Bakernesserkerk te Haarlem geleverd door Julius Alexander Strobel, orgelbouwer uit Duitsland. Tot die tijd maakt emen gebruik van een voorzanger. Strobel leverde rond 1867 een interim-orgel voor de Bakenesserkerk, speciaal voor de zogenaamde Kinderkerk. Het deed daar dienst totdat Strobel in 1874 een groter orgel met twee klavieren en vrij pedaal bouwde.
Het Strobel-orgel uit ca. 1867 werd doorverkocht aan de Rijkskweekschool aan de Koudenhorn in Haarlem en verhuisde in 1915 mee naar de nieuwe locatie aan de Leidsevaart.
In 1970 is het instrument in een zomervakantie gesloopt en aan het grof vuil meegegeven. Een roemloos einde voor een uniek en waardevol orgel.

Tweede orgel

© Het Strobel-orgel in de Lutherse Kerk in Haarlem. Situatie tot 1932.                                                                                                                                 © Collectie A. Kort. Situatie vanaf 1932

 

In 1874 bouwde J.A. Strobel een nieuw orgel voor de Bakenesserkerk in Haarlem. Het werd deels bekostigd door vrijwillige bijdragen van enkele gemeenteleden en door een bijdrage uit het fonds van de kinderkerk. Op 6 april 1874 werd het in gebruik genomen. W.P.J. Overmeer beschrijft het front in 'De Orgels in de Groote- Nieuwe- Jans- en Bakenesserkerk te Haarlem' in 1904 als volgt: '...opgesteld in een ruime kast, wier front een gothisch portiek vormt dat omgeven is door eene ballustrade in denzelfden stijl, die uitloopt in de geblindeerde trapleuning, welke tegen den kerkmuur is aangebouwd, en waaronder men de deur vindt die toegang verleent tot den orgeltrap'.
In 1882 werd het orgel in de Bakernesserkerk tijdens de bouw van het Strobel-orgel in de Lutherse Kerk te Haarlem vergroot met in ieder geval een Violon 16' op het pedaal.

 

Dispositie van het Strobel-orgel (1874) tot 1932:

Hoofdwerk:

Nevenwerk:

Pedaal:

Bourdon 16'

Vioolprestant 8'

Subbas 16'

Prestant 8'

Fluit Traverse 8'

Prestantbas 8'

Holpijp 8'

Viola di Gamba 8'

Octaaf 4'

Fluit Douce 4'

 Werktuiglijke registers:

Octaaf 2'

Koppel Hoofdwerk-Nevenwerk

Mixtuur III sterk

Koppel Pedaal-Hoofdwerk
Calcanten-Schel
Ventiel


In 1932 werd dit orgel rigoureus verbouwd door de firma Spanjaard. Hierbij moest het front wijken voor het Bätz-front uit de Janskerk (gebouwd in 1773 voor de Doopsgezinde Kerk in Haarlem) en ook veel Strobelpijpwerk ging verloren. Daarnaast werd de mechanische tractuur vervangen door pneumatische.
Na sluiting van de Bakenesserkerk in 1996 werd het nog resterende pijpwerk van Strobel  (Bordun 16’, Hohlflöte 8’, een gedeelte van de Harmonique Fluöte 8’, de Subbass 16’ en de Principal Bass 8’) verkocht aan de Evangelisch Lutherse Kerk te Haarlem, waar S. Steendam het gebruikte voor de reconstructie van het Strobel-orgel uit 1882. Het pijpwerk van Bätz (klik hier voor de geschiedenis van het Bätz-orgel) naar de Hervormde Kerk in Oostvoorne, waar orgelbouwer De Graaff het Bätz-orgel reconstrueerde.

 

Terug naar boven