Orgels /
Halfweg / Voormalig Gereformeerde Kerk
Amsterdamssestraatweg 18, Halfweg
Kerk
In 1919 werd te Halfweg naar ontwerp
van Tjeerd Kuipers een nieuwe kerk gebouw aan de Amsterdamsestraatweg. Deze in
rationalistische stijl gebouwde kerk werd in 1928 voorzien van een nieuwe
voorgevel, toren en kosterswoning.
Tussen 1975 en 1976 is de kerk gerenoveerd en werd een bestuurskamer bijgebouwd.
Na fusie tussen de Gereformeerde Kerk en Hervormde Kerk tot Protestantse
Gemeente Halfweg-Zwanenburg, is besloten de Gereformeerde Kerk af te stoten en
de diensten voortaan te beleggen in de voormalig Hervormde Kerk: de Kleine Kerk.
In 2009 heeft de gemeente Haarlemmerliede een sloopvergunning voor de
Gereformeerde Kerk afgegeven. Na een laatste dienst op zondag 13 maart 2011, is
de kerk gesloten. Het gebouw zal worden afgebroken waarna op deze plaats 24
appartementen worden gebouwd.
Orgel
In 1921 plaatste de firma K.P. van
Ingen uit Haarlem een tweeklaviers orgel in de kerk. Het front is een ontwerp
van de kerkarchitect Tjeerd Kuiper en heeft gelijkenis met zijn in 1916
ontworpen front voor het Walcker-orgel in de Nieuwe Zuiderkerk in Rotterdam
(thans te Doesburg), Hierbij inspireerde hij zich op het voormalige Batz-orgel
(1845) in de Grote- of Sint Laurenskerk in Rotterdam, het Steenkuyl-orgel (1898)
in de Remonstrantse Kerk in Rotterdam en diverse orgelfronttypen die rond 1900
in Duitsland werden toegepast. Dit komt ook in Halfweg tot uiting in het
aanbrengen van twee torens en kleine velden tussen een middentoren, alhoewel in
Halfweg in tegenstelling tot in Rotterdam de boveneinden van de frontpijpen
zichtbaar bleven en het geïmiteerde rugwerkfront werd vereenvoudigd tot een
vlakke pijpenwand. Een vergelijkbaar orgel als te Halfweg, bevindt zich in de
Gereformeerde Kerk Vrijgemaakt te Axel, in 1919 gebouwd door A. Standaart. Van
Ingen voorzag het Halfwegse orgel van een pneumatische tractuur.
In 1968 werd het orgel gerestaureerd door Verschueren te Heythuizen. Hierbij
traden A. de Ru en J.M. Vetter op als adviseurs. De tractuur werd gewijzigd en
de dispositie werd gewijzigd. De Violon 8’ en de Open Fluit 8’ van Manuaal I
werden vervangen door een Silfflet 1’ en een Sesquialter. Daarnaast werd de
samenstelling van de Mixtuur gewijzigd en op Manuaal II werden een Spitsgamba
8’, Prestant 4’ en Scherp gedisponeerd in plaats van de Violon 8’en Open Fluit
8’. Op het pedaal werd de Violoncello 8’ vervangen door een Octaaf 4’.
Het orgel is
verkocht aan de firma Adema, die ook de preekstoel kochten. Front en preekstoel
zullen mogelijk in een kerk in de Achterhoek worden herplaats. Het binnenwerk
voor zover bruikbaar zal over meerdere orgels verdeeld worden.
Dispositie van het Van Ingen-orgel (1921): |
||
Manuaal I: |
Manuaal II: |
Pedaal: |
Bourdon 16' |
Spitsgamba 8' |
Subbas 16' |
Prestant 8' |
Holfluit 8' |
Fluitbas 8' |
Bourdon 8' |
Prestant 4' |
Octaaf 4' |
Prestant 4' |
Woudfluit 2' |
|
Open Fluit 4' |
Scherp III sterk |
Werktuiglijke registers: |
Octaaf 2' |
Hobo 8' |
Koppel I-II |
Sifflet 1' |
Koppel I 4’ |
|
Sesquialter II sterk - vanaf g | Koppel Ped-I | |
Mixtuur IV sterk | Koppel Ped-II | |
Trompet Harmonique 8' | Tremulant II | |
Diverse vaste combinaties | ||
Vrije combinatie | ||
Automatisch Pianopedaal |