Orgels /
Bloemendaal / Dorpskerk
Kerkplein, Bloemendaal
Kerk
In
1632 besloten Bloemendaalse buitenplaatsbezitters tot het bouwen van een kerk in
het dorp Bloemendaal. Ook de Bloemendalers zelf wensten een "Predikhuys". De
eerste gemeenteleden waren linnenblekers en tuinlieden. Op 25 maart 1636 werd de
eerste kerkdienst gehouden in het kerkje, dat speciaal voor de hervormde
eredienst was gebouwd. Rondom de kerk kwam het kerkhof met aan de ene kant de
pastorie en aan de andere kant de diaconieschool met het huis van de schoolmees-
ter. Deze zijn op het sfeervolle dorpsplein nog steeds te herkennen. Bijzonder
zijn de gebrandschilderde ramen door Pieter Holsteyn, die geschonken werden door
de kerkstichters en door de Heer van Brederode, de Staten van Holland en de
steden Haarlem, Alkmaar, Hoorn, Dordrecht, Beverwijk en Leiden.
Andere 17e eeuwse interieuronderdelen zijn de preekstoel met doophek, de
herenbanken, en enkele grafstenen en gedenkstenen. Ook de luidklok uit 1637 is
nog in de toren aanwezig.
Het interieur van de kerk is meermalen veranderd. In 1850 werd aan de westzijde
een galerij gebouwd. De preekstoel stond aanvankelijk tegen de oostzijde, maar
werd in 1895 naar de zuidkant verhuisd. Ook werd hierbij de galerij uit 1850
vervangen door de huidige en kwam er een soortgelijke galerij aan de oostkant
bij.
In 1916 werd een nieuwe consistoriekamer aan de zuidzijde bijgebouwd.
Eerste orgel
Orgelbouwer J.C.
Friedrichs te Gouda plaatste in 1816 het eerste orgel in de dorpskerk te
Bloemendaal. Het betrof een tot kerkorgel verbouwd eenklaviers huisorgel met 10
stemmen.
In 1848 werd dit orgel door B.J. Gabry gewijzigd en voorzien van een tweede
klavier met 6 stemmen.
In 1881 werd het orgel in de Christelijk Gereformeerde Kerk te Utrecht
geplaatst. Vermoedelijk heeft het hier rond 1930 plaats moeten maken voor een
orgel van Ypma uit 1906, dat hier door N.A. van Dam vanuit een Rooms Katholieke
Kerk te Alkmaar werd geplaatst.
Verdere lotgevallen van het oude orgel zijn niet geheel duidelijk. Mogelijk zijn
delen ervan bewaard gebleven.
Tweede orgel
©
Orgels in Noord-Holland :
Historie, bouw en gebruik van de Noordhollandse kerkorgels /Jongepier, Jan, -
Nieuwkoop, Hans van,- Poot, Willem
In de Duitse plaats Barmen
(tegenwoordig Wuppertal) was vanaf 1794 de firma Ibach gevestigd. Een van de
zoons, Richard (1813-1889) bracht het bedrijf tot ongekende bloei. Orgels werden
uitgevoerd naar bestemmingen in landen in verschillende werelddelen. Twee broers
werden eveneens werkzaam in de orgelbranche, een vierde broer (Adolph) stichtte
een bekend geworden pianofabriek in Bonn.
Richard Ibach heeft diverse kerkorgels in Nederland gebouwd. We denken hierbij
aan Bergen op Zoom (1864) en Deventer (1868).
In 1881 werd een tweeklaviers orgel geleverd aan de Hervormde Kerk te
Bloemendaal. Het instrument had een front dat in deze tijd veel werd toegepast:
een academisch uitgevoerd ontwerp in architectonische vorm. Het Ibach-orgel was
een geschenk van Jan Borski ter gelegenheid van diens 25-jarig huwelijksfeest.
Het orgel werd op 4 en 5 mei opgebouwd waarna het in gebruik werd genomen.
Originele dispositie van het Ibach-orgel (1881): |
||
Manuaal I: |
Manuaal II: |
Pedaal: |
Bourdon 16’ |
Gemshoorn 8’ |
Aangehangen |
Prestant 8’ |
Salicionaal 8’ |
|
Roerfluit 8’ |
Voix Celeste 8’ |
Werktuiglijke registers: |
Gamba 8’ |
Roerfluit 4’ |
Koppel Manuaal I-Manuaal II |
Octaaf 4’ |
Fugara 4’ |
Koppel Pedaal-Manuaal I |
Fluit 4’ |
|
Koppel Pedaal-Manuaal II |
Octaaf 2’ |
|
|
Mixtuur III-IV sterk |
|
|
In 1928 voorzag W. van Leeuwen het
orgel van een zelfstandig pedaal met drie stemmen. De drie tongwerken dateren
ook van deze verbouwing.
Door de inzet van Piet Ozinga is het orgel in 1958 overgeplaatst naar de
Gereformeerde Kerk in Lunteren. Hier werd het helaas sterk veranderd en voorzien
van een nieuwe kas. Ook werd vrijwel het gehele tweede klavier
vernieuwd. De werkzaamheden werden uitgevoerd door de firma A.H. de Graaf uit
Arnhem. Het in Lunteren aanwezige Kruse-orgel uit 1901 werd door de fa. Koppejan
gedemonteerd en opgeslagen. Het Ibach-orgel uit Bloemendaal werd op 23 juli 1959
in Lunteren in gebruik genomen met een bespeling door Johan van Dommele en Piet
Ozinga.
In 1983 werd het orgel opnieuw gerestaureerd door De Graaf. Hierbij werd het
pijpwerk opnieuw geintoneerd.
In de jaren daarna is het Pedaal uitgebreid met een Fagot 16’, de Quintfluit op
man. II werd verschoven tot een Fluit 4’, de Octaaf 2’ werd vervangen door een
Gemshoorn2 ‘ en de Kromhoorn moest wijken voor een Dulciaan 8’.
In 2005 is door de Gebr. Van Vulpen te Utrecht een grote schoonmaakbeurt
uitgevoerd waarbij tevens het front iets is verfraait.
Huidige dispositie van het Ibach-orgel (1881): |
||
Manuaal I: |
Manuaal II: |
Pedaal: |
Prestant 8’ |
Roerfluit 8’ |
Subbas 16’ |
Roerfluit 8’ |
Prestant 4’ |
Octaaf 8’ |
Quintadeen 8’ |
Fluit 4’ |
Octaaf 4’ |
Octaaf 4’ |
Gemshoorn 2’ |
Fagot 16’ |
Fluit 4’ |
Octaaf 2’ |
|
Quint 2 2/3’ |
Sesquialter II sterk disc. |
Werktuiglijke registers: |
Octaaf 2’ |
Dulciaan 8’ |
Koppel Manuaal I-Manuaal II |
Mixtuur III-IV sterk |
|
Koppel Pedaal-Manuaal I |
Trompet 8’ |
|
Koppel Pedaal-Manuaal II |
Het Ibach-orgel in de
Gereformeerde Kerk te Lunteren
Derde orgel
© Collectie A. de Kort
In 1959 leverde W. van Leeuwen te
Leiderdorp een nieuw orgel met twee klavieren en vrij pedaal. Het orgel bezat 13
sprekende stemmen. Het pijpwerk van de beide manualen was op één windlade
opgesteld. Daarnaast was het door middel van een vrij ingewikkeld systeem
mogelijk drie registers van het hoofdwerk te laten spreken. Het allereerste
frontontwerp van Van Leeuwen werd afgekeurd zodat de orgelbouwer genoodzaakt was
voor eigen rekening het reeds voltooide front te vermaken overeenkomstig het
ontwerp van de commissie. De windladen werden uitgevoerd volgens het
gepatenteerde (diagonale) VEKA-sleepladesysteem van Van Leeuwen.
Op 24 april 1959 werd het orgel in gebruik genomen met een concert door Piet
Halsema.
Originele dispositie van het Van Leeuwen-orgel (1959): |
||
Hoofdwerk: |
Nevenwerk: |
Pedaal: |
Prestant 8’ |
Holpijp 8’ |
Subbas 16’ |
Roerfluit 8’ |
Speelfluit 4’’ |
Prestant 8’ – transmissie |
Octaaf 4’ |
Prestant 2’ |
Roerfluit 8’ – transmissie |
Sesquialter III sterk vanaf a |
Cymbel II sterk |
Octaaf 4’ – transmissie |
Mixtuur IV-VI sterk |
Schalmey 8’ |
Fagot 16’ |
|
Sesquialter II sterk disc. |
Cink 2’ |
Werktuiglijke registers: |
Dulciaan 8’ |
|
Koppel Hoofdwerk-Nevenwerk |
|
|
Koppel Pedaal-Hoofdwerk |
|
|
Koppel Pedaal-Nevenwerk |
|
|
Tremulant |
|
|
Er waren echter vanaf het begin
klachten over de scherpe klank van het Van Leeuwen-orgel. Er werden dan ook al
spoedig enkele hinderlijk scherpe pijpen afgeplakt en stom gemaakt.
Van Leeuwen weigerde echter iets aan de klank te veranderen. Pas in 1966 was hij
tegen betaling bereid tot een herintonatie. Onder deze omstandigheden bleek het
verstandiger een andere orgelbouwer te benaderen: de firma Flentrop uit Zaandam
werd in augustus 1968 bereid gevonden om het werk op zich te nemen. Zes stemmen
werden geherintoneerd en 4 andere stemmen werden ge-egaliseerd. Daarnaast werden
de drie tongwerken goed sprekend gemaakt. Toch waren de problemen hierna nog
niet verholpen: in de praktijk werden zeker 5 van de 13 stemmen zelden of nooit
gebruikt.
Op 14 april 1975 werd dan ook een orgelfonds ingesteld waarna op 2 september
1982 een orgelcommissie ingesteld werd die per 30 mei 1983 Klaas Bolt uit
Haarlem benoemde als adviseur.
In 1986 voerden Klaas Bolt en twee orgelbouwers een onderzoek uit naar het Van
Leeuwen-orgel dat heeft uitgewezen dat de agressieve klank ook aan de starre
windvoorziening heeft gelegen. Daarnaast zou het VEKA-systeem kostbare
reparaties veroorzaken en was ook de mechaniek van toetsen naar de windlade
technisch gezien niet geheel juist. Ook waren de kernen van het pijpwerk
flinterdun en de constructie van de pijpen te licht.
Nadat in 1985 een orgel van Pieter of zoon Johannes Assendelft ontdekte bij
orgelbouwer Reil te Heerde, werd op 2 december 1985 overgegaan tot aankoop.
Het Van Leeuwen-orgel werd op 28 december 1990 verkocht voor f35.000,- aan de
Ontmoetingskerk in Zevenhuizen. Het instrument werd na zondag
20 oktober 1991 gedemonteerd door orgelbouwer L. Kramer uit Boskoop. Hij
verbeterde de windvoorziening door de winddruk te verhogen en werkte enkele
registers om en scheidde front en kas om het instrument toch in de beperkte
ruimte in de nieuwe kerk te krijgen.
Daarnaast werd de Cink 2’
van het pedaal vervangen door een Schalmei 4’, afkomstig van een orgel van de
firma Leeflang.
Op 13 december 1991 werd het Van Leeuwen-orgel uit 1958 in de Ontmoetingskerk te
Zevenhuizen in gebruik genomen met een bespeling door
organiste Agnes van Bekkum.
In 1998 is de Schalmey 8’ van het Nevenwerk vervangen door
een Dulciaan 8’, afkomstig van de firma Steendam. Het werk werd uitgevoerd door
de Gebroeders Reil, die het momenteel nog steeds in onderhoud heeft.
Dispositie van het Van Leeuwen-orgel (1959): |
||
Hoofdwerk: |
Nevenwerk: |
Pedaal: |
Prestant 8’ |
Holpijp 8’ |
Subbas 16’ |
Roerfluit 8’ |
Speelfluit 4’’ |
Prestant 8’ – transmissie |
Octaaf 4’ |
Prestant 2’ |
Roerfluit 8’ – transmissie |
Sesquialter III sterk vanaf a |
Cymbel II sterk |
Octaaf 4’ – transmissie |
Mixtuur IV-VI sterk |
Schalmey 8’ |
Fagot 16’ |
|
Sesquialter II sterk disc. |
Schalmei 4' |
Werktuiglijke registers: |
Dulciaan 8’ |
|
Koppel Hoofdwerk-Nevenwerk |
|
|
Koppel Pedaal-Hoofdwerk |
|
|
Koppel Pedaal-Nevenwerk |
|
|
Tremulant |
|
|
Het Van Leeuwen-orgel tin de Ontmoetingskerk te
Zevenhuizen
Huidig orgel
In februari 1985 ontdekte Klaas Bolt in
het magazijn van J. Reil orgelmakers te Heerde onderdelen van een orgel van
hetzij Pieter Assendelft dan wel van zijn zoon Johannes. De oorspronkelijke
locatie van het orgel is niet bekend. Het orgel werd op 5 juni 1908 als eerste
orgel in de Gereformeerde Kerk te Baflo in gebruik genomen en was afkomstig van
leverancier dhr. Mart Vermeulen uit Woerden. In 1951 werd het orgel afgedankt en
werd het opgeslagen in Kampen en later in Heerde. De Bourdon 16’ was later
toegevoegd, de oorspronkelijke klaviatuur en het onderste gedeelte van de kas
waren verloren gegaan.
Op 2 december 1985 werden deze onderdelen aangekocht door de Hervormde Gemeente
te Bloemendaal en na het verkrijgen van een Rijkssubsidie werd gestart met de
restauratie door Gebr. Reil te Heerde.
Na het overlijden van Klaas Bolt werd Hans van Nieuwkoop als adviseur
benoemd. Na onderzoek kwam vast te staan dat een groot deel van de Quintadeen 8’
en vrijwel de gehele Fluit 4’ vermoedelijk van 17e eeuwse makelij is.
Een deel van de koppen, kelen en tongen van de Trompet 8’ waren van een 19e
eeuwse Trompet. Nieuw pijpwerk werd gemaakt naar voorbeeld van het
Assendelft-orgel te Wijk aan Zee en het Steevens/Assendelft-orgel in de Waalse
Kerk te Leiden. Omdat Assendelft ooit een Flute Travers 8’ plaatste in een thans
verdwenen huisorgel in Delft, werd dit register gemaakt naar voorbeeld van een
exemplaar van A. Meere. De pedaaltrompet is gekopiërd naar één van Assendelfts
tijdgenoten: Mitterreyther. De vorm van het pedaalklavier is eveneens van de
laatste orgelmaker ontleend. De klaviatuur is gebouwd naar voorbeeld van het
Assendelft-orgel te Nootdorp en de tractuur is gekopiërd naar die van Assendelft
te Zuidschermer. Ook het sofiet, de bekroning en ontbrekend snijwerk werd naar
voorbeeld van dit orgel gemaakt door houtsnijder G. Ravensberg te Waddinxveen.
Het Assendelft-orgel in Bloemendaal kreeg verschuifbare klavieren en pedaal,
zodat goed met het orgel kan worden samengespeeld door andere instrumenten in de
normale toonhoogte (a1 = 440hz) maar ook de oorspronkelijke toonhoogte
beluisterbaar bleef (a1 = 415 hz). Voor de stemming werd de Neidhardt I
- stemming uit 1724 gekozen, waarbij ondanks de bepaalde kleuring van ieder
toonsoort het toch mogelijk blijft in alle toonsoort te spelen.
Op vrijdag 12 maart 1993 werd het Assendelft-orgel in de dorpskerk te
Bloemendaal in gebruik genomen met een concert door Hans van Nieuwkoop.
Huidige dispositie van het Assendelft-orgel (ca. 1760): |
||
Hoofdwerk: |
Positief: |
Pedaal: |
Prestant 8’ |
Holpijp 8’ basc./disc. |
Subbas 16’ |
Holpijp 8’ |
Flute Travers 8’ disc. |
Octaaf 8’ |
Quintadeen 8’ |
Octaaf 4’ |
Trompet 8’ |
Prestant 4’ |
Fluit 4’ |
|
Fluit 4’ |
Gemshoorn 2’ |
Werktuiglijke registers: |
Octaaf 2’ |
Flageolet 1’ |
Koppel Hoofdwerk-Positief |
Mixtuur III sterk |
Vox Humana 8’ |
Koppel Pedaal-Hoofdwerk |
Cornet III sterk disc. |
|
Tremulant |
Trompet 8’ basc./disc. |
|
|